woensdag 28 januari 2009

Storm (2)

Negen maanden na een stroomstoring schijnt er altijd sprake te zijn van een geboortegolfje. Die kwestie heeft me de afgelopen dagen beziggehouden.
Moet ik hieruit afleiden dat verrassend veel mensen slechts de liefde bedrijven als het stikdonker is, en er werkelijk helemaal niets anders te doen is? Zijn er zoveel mensen die meer plezier beleven aan de tv of computer, dan aan een mens van vlees en bloed? Of weten ze in het donker opeens niet meer wat ze doen, en met wie? Vergeten ze alleen dan dat er voorbehoedsmiddelen bestaan? Kunnen ze die niet meer vinden?

Ik vind het geen bevredigende antwoorden. Bij de vruchtbare leeftijdsgroep verwacht ik toch meer levens- en andere lust, die niet alleen opspeelt bij een avondje zonder stroom. In de grote stad is dat misschien maar eens in je leven, misschien zelfs nooit!

Mogelijk ligt het antwoord in het verschil tussen stad en platteland. Sinds we hier voor het eerst zonder electra zaten en met een oude aansteker wanhopig zochten naar die ene zaklamp (die het uiteindelijk niet bleek te doen), zijn we beter geoutilleerd. Zaklampen op vaste plaatsen, een voorraadje lucifers, waxinelichtjes en kaarsen, petroleumkacheltjes, hout en voor elk bed een kruik bijvoorbeeld. Als de stroom weer eens uitvalt hoeven we ons dus niet blindelings aan de eerste de beste warm aanvoelende voorbijganger te vergrijpen.

In de stad is electriciteit vanzelfsprekender. Als de stroom daar uitvalt houdt bijna alles op. Hout- of petroleumkachels zie je er beduidend minder, om maar te zwijgen van kruiken. En als het geen kerstmis is zijn de kaarsen misschien op. Dan zit je daar in het donker en de kou, niks te doen en niks te zien, je gaat naar je koude bed, kunt niet slapen, woelt wat en voelt wat en van het een komt het ander. Terwijl je op het platteland gewoon je boekje bij de petroleumlamp leest, met je voeten voor het haardvuur.
Als er in oktober sprake is van een geboortegolf in mijn dorp moet ik deze theorie wellicht herzien.


Voor alle duidelijkheid, ik heb geen bezwaar tegen wat er dan van komt. Ik vroeg me gewoon af hoe het zat.

dinsdag 27 januari 2009

storm


Het heeft een beetje gestormd in mijn dorp, en in de wijde, wijde omtrek. Ze hadden ervoor gewaarschuwd, alerte rouge zei Méteo France. Ik wist niet eens dat die bestond, dacht dat alerte orange de hoogste alarmfase was.
Gelukkig hadden we helemaal geen schade. Alle dakpannen zitten nog op het dak, de luiken zitten voor, en het glas in de ramen. We hebben alleen één omgewaaide conifeer. In mijn dorp liggen een hoop omgewaaide bomen die veel mooier, groter en ouder zijn dan die ene conifeer van ons.
Toen de storm op zijn hardst was, zaterdagochtend rond een uurtje of 7, viel de stroom uit. Enkele uren later hield de telefoon ermee op, toen het water en tenslotte ook de mobiele telefoon.
We hebben gelukkig kaarsen, een gaslamp, een gasfornuis en de houtkachel. We zitten rond een radiootje dat op batterijen werkt, en luisteren naar Sud Radio. We mogen de deur niet uit zeggen ze. We krijgen de deur ook nauwelijks open. We halen monopoly tevoorschijn.

Zondag is de lucht strakblauw. Gabrielle, natuurlijk Gabrielle, stuurt een van haar zonen langs met de boodschap dat ze op hun boerderij een generator hebben, en nog plaats in de diepvries. ‘Mijn diepvries is nog ijskoud,’ zeg ik, maar volgens Gabrielle zitten we nog wel even zonder stroom.
Als ik met een zakje diepvriesprodukten bij Gabrielle arriveer, komt haar echtgenoot Jojo net aanrijden met een vorkheftruck met twee diepvrieskisten erop gebonden. In de schuur staan er al drie en ook die zijn geen van allen van Gabrielle. De burgemeester, tevens voorzitter van de jagersvereniging, loopt zenuwachtig rond. Zouden daar toch bijna twee kisten vol everzwijnen en herten weggesmolten zijn!
Als ik van de burgemeester naar Gabrielle kijk, weet ik wie hier eigenlijk burgemeester hoort te zijn. Gabrielle denkt aan iedereen. Ze regelt, organiseert, delegeert. Ze informeert even naar de buitenlandse huizen in ons dorp waarvan ze – terecht – aanneemt dat die onder onze competentie vallen. Ik meld dat alles in orde is, en voel me even bijzonder verantwoordelijk. Over vier jaar stem ik op Gabrielle, of ze nou mee doet aan de verkiezingen of niet.

Maandagavond werken de telefoons en het water weer. Dinsdagmiddag is ook de electriciteit terug. De gaslamp gaat weer tussen de kampeerspullen. De kinderen zetten de televisie aan, en ik de computer. Eigenlijk was het best gezellig, die stroomstoring.

woensdag 21 januari 2009

De bios



Gek genoeg wonen wij maar een kwartiertje van een redelijk grote bioscoop vandaan. Nog gekker is dat die bioscoop in een dorp ligt dat nog kleiner is dan het onze. Er staat een schooltje, een kerk, een paar boerderijen en dan dus die cinéma. De zaal is mooi, de stoelen zacht en ze draaien er alles wat ook in de grote stad draait, alleen minder vaak. Het is er meestal niet druk, behalve toen Bienvenue chez les Ch’tis draaide. Toen was het uitverkocht.

Ik heb me lang afgevraagd waarom er zo’n moderne bioscoop in zo’n klein dorp is gebouwd. Het komt door de balletjuf. In een verbouwde schuur van dat dorp zit namelijk een balletschooltje. De vader van de balletjuf is iets belangrijks in de Conseil Régional. De balletjuf wilde een mooie zaal voor de voorstellingen van haar schooltje. En zo verrees er een cinéma met een podium waar eens paar jaar ook de balletschool optreedt.

Dochter zat ooit op die balletschool. Ze was zeven toen ze meedeed aan de eerste voorstelling, die om 9 uur ’s avonds zou beginnen en uiteindelijk tegen 10 uur ook echt begon. De kleintjes dansten eerst. Daarna zagen we hen alleen terug aan het eind van weer een reeks dansjes, als onderdeel van een soort tableau vivant, waar ze vooraan zaten omdat ze natuurlijk erg schattig waren, die kleine meisjes in hun roze pakjes. Om kwart over één ’s nachts was de voorstelling eindelijk afgelopen. Dochter had het niet leuk gevonden, al die uren die ze zwijgend achter het gordijn hadden moeten doorbrengen. Ze wilde nooit meer dansen.
Maar een mooie bioscoop vlak bij mijn dorp, dat is natuurlijk wel fijn.

modern leven

Gisteren draaide er in de buurtbioscoop de documentaire La vie moderne, van Raymond Depardon. De film gaat over een paar boerenfamilies in de Cevennen. Dat is een eindje van mijn dorp vandaan, maar de oude mannen lieten hun r’s even hard rollen als hier, ze zaten allemaal in dezelfde keukens als hier, ze dronken koffie uit dezelfde bruine koffiekannen en ze hadden allemaal een hond. Erg spraakzaam waren ze niet, maar ze keken allemaal vriendelijk en recht in de camera.
Gewone mensen, zonder mooidoenerij en onnodig geklets. Ik zie ze hier ook, maar pas in de film viel het me op hoe ontroerend ze kunnen zijn.

De bande annonce (is er een ander woord dan trailer in het Nederlands?) is o.a. hier te zien:
http://fr.movies.yahoo.com/l/la-vie-moderne/index-5840294.html

zaterdag 17 januari 2009

uitverkoop

Met sommige data zijn ze hier erg precies. Die van de uitverkoop bijvoorbeeld. De begin- en einddatum daarvan worden jaarlijks vastgelegd in een of andere arrêté préfectoral met een lang nummer, en je mag geen dag eerder beginnen ook al hangen de kortingskaartjes dan al aan de kleren. Dat merkte ik tenminste toen ik op 3 januari een afgeprijsde broek wilde afrekenen die aan de kassa veel duurder bleek. Ze wilden hem overigens wel apart leggen tot de 7e, de dag dat dit jaar de winteruitverkoop begon.

In Nederland is het bijna altijd sale (en soms ook uitverkoop), maar hier zijn de soldes nog zo belangrijk dat ze er elk jaar weer een nieuwsitem van maken. Als het even kan openen ze er zelfs het journaal mee. Ik erger me wel vaker aan dingen die eigenlijk niet zo belangrijk zijn, en dit is er één van. Het zijn elk jaar weer dezelfde beelden en ze zouden ze wat mij betreft ook best mogen hergebruiken (dat scheelt tenminste in de kosten), maar ik ben bang dat er steeds weer een nieuw team op af wordt gestuurd. Dat team zoekt dan een tevreden koper (“deze jas was 280 euro en ik heb er nu 120 voor betaald!”), een zuurpruim die het allemaal nog veel te duur vindt en een winkelmanager die iets over de drukte zegt. De laatste jaren wordt er ook nog iemand aan toegevoegd die de soldes op internet ‘doet’, wat ook dit jaar weer gebracht werd als een verrassend nieuwe ontwikkeling.

Op dat soort momenten vraag ik me af waarom ik naar het televisienieuws kijk en neem me voor dat nooit meer te doen.

woensdag 14 januari 2009

Drie Koningen

Vorige week, 6 januari, was het Drie Koningen. Epiphanie heet het hier, en de koningen zijn des rois mages. Als kind probeerde ik in de kerstvakantie de drie koningen elke dag een stapje dichterbij de kerststal te zetten, tot ze precies op 6 januari zouden arriveren, maar meestal lukte dat niet. Het feit dat één van de koningen knielde maakte de reis naar de stal ook minder overtuigend vond ik. Mijn moeder maakte de 6e een griesmeelpudding met een koffieboon erin. Degene die de boon had moest trakteren, maar mocht tevens de zwarte koning zijn dus dat was het wel waard. Dan gingen we als koningen verkleed de deuren langs, zongen een lied over drie koningen en een nieuwe hoed (geen idee waarom, koningen dragen tenslotte kronen) en kregen snoep zoals anderen dat met Sint Maarten krijgen. De kerstboom ging de volgende dag de deur uit. Kerstmis was écht voorbij.

Hier hebben ze de Galette des Rois, een ronde taart gevuld met amandelspijs met daarin een fève. Dat betekent boon, maar is tegenwoordig een klein beeldje. Je moet die taart dus voorzichtig eten, want anders kun je een tand breken of zit je opeens met een stuk porselein in je maag. De taart is overigens heerlijk. En je krijgt er ook een papieren kroontje bij.
Die boon schijnt al uit de tijd van de Romeinen te komen las ik. Een dag per jaar mocht één slaaf – degene die de boon had neem ik aan - de baas zijn over iedereen, bazen en medeslaven. Er zat één nadeel aan die boon en de bijbehorende beloning: aan het eind van de dag werd de slaaf-baas gedood. Geef mij dan maar een papieren kroontje.

dinsdag 6 januari 2009

Fay


Op een dag vertrokken we naar Frankrijk, in een volgeladen auto met een klein geleend bakkie erachter. Het was nog donker en het was koud. We hoopten dat de kinderen nog even zouden slapen. Ik zie nog altijd het glimmende asfalt voor me van Wittenburg, de donkere huizen en de oranje lantaarns. Daar gingen we, ons avontuur tegemoet. Ik was opgetogen en treurig tegelijk. We gingen in ieder geval voor een half jaar, om op een kasteeltje te passen. Dan konden we zien hoe het iedereen in Frankrijk zou bevallen en zouden we weer verder zien.

Op diezelfde ochtend dat wij Nederland uitreden kreeg mijn vriendin Martina een dochter, die ze Fay noemde. Elke keer als ik Fay zie, zie ik niet alleen een heel leuk meisje, maar ook als het ware de lengte van ons Franse verblijf in fysieke vorm.
Gisteren is Fay acht jaar geworden. Groot hoor. Gefeliciteerd, Fay!

zondag 4 januari 2009

heldin


Dit jaar vierden we Oud en Nieuw bij Gabrielle. Gabrielle woont aan de andere kant van mijn dorp met haar man Jojo, hun vier kinderen en zo’n 3000 varkens. Als ze je te eten vraagt staat ze nauwelijks in de keuken en schotelt je toch een geweldige maaltijd voor, wat bijna jammer is omdat de borrelhapjes ook altijd zo vreselijk lekker zijn.
Gabrielle werkt mee op de boerderij, doet de administratie, zit in diverse besturen, gaat naar vergaderingen over gescheiden afval en demonstraties tegen bezuinigingen in het onderwijs, bezoekt even de gehandicapte weduwe die ze in een ander dorp kent, gaat met het ene kind naar de orthodontist en met de andere naar de oogarts, brengt een bos bloemen naar nieuwe dorpsgenoten, doet haar eigen tuin (met indrukwekkende bloemen- en groentetuin) en die van haar schoonouders ook maar want die worden zo oud, en dan is ze ook nog een graag geziene gast op feesten in de wijde omtrek, waar ze meestal als een van de laatsten vertrekt.
Ik weet niet hoe ze het voor elkaar krijgt, ik word alleen van het opschrijven van dit alles al moe. En dan is ze gewoon ook echt verschrikkelijk aardig. Een heldin kortom.
Het leek me wel goed 2009 met deze positieve noot te beginnen.

.