vrijdag 16 november 2012

Anna Politkovskajastraat






Als nieuwe bewoner van Toulouse krijg ik zo af en toe kortingsbonnen en dergelijke in de brievenbus. Onlangs zat daar een wat klunzig A4tje van de Simply Market bij, dat een onderdeel van de toch niet zo klunzige Auchan is. Men stelde me 750 happy in het vooruitzicht, een soort spaarpunt begreep ik. Dan moet je dus weer aan zo'n klantenkaart en daar heb ik geen zin meer in. Het velletje hing al boven de oudpapier-bak, toen ik het adres zag: 2 rue Anna Politkovskaïa.

Vandaag ben ik dus toch even naar de Simply Market, en vooral naar de rue Anne Politkovskaïa gegaan. Hij ligt vlak bij de Ponts Jumeaux, een wat rommelig knooppunt van drie kanalen en twee afritten, waar ik Toulouse gewoonlijk binnen rij. De buurt is een mengsel van oude huisjes, rommelige bedrijfjes en nieuwe, niet eens lelijke flats. Een beetje een uithoek, maar het lijkt erop dat er steeds meer niet-eens-lelijke flats bij komen, terwijl de rommeligheid verdwijnt. En in het centrum van de stad komen er nu eenmaal niet gauw nieuwe straten vrij.

Thuisgekomen ging ik toch even googelen om te zien of er in andere steden, en in andere landen, misschien ook Anna Poltikovskaja straten, streets, strassen of rues zijn. De enige stad die ik vond was Tblisi.

dinsdag 30 oktober 2012

zondag marktdag


Ik liep met twee hier logerende vriendinnen naar de Basiliek St Sernin (die moet je hier natuurlijk wel gezien hebben), en toen bleek er markt te zijn. Nou ja, hij was er net geweest. Vandaar deze doorschijnende dames.

donderdag 11 oktober 2012

Fietsen (2)

In afwachting van de eerder beschreven wielingreep nam ik een abonnement op Vélô Toulouse. Dat is dat wittefietsenplan dat in talloze Franse steden is ingevoerd. Parijs begon ermee en noemde het vélib; de steden die volgden gaven het allemaal een eigen naam, maar eigenlijk noemt iedereen het waar dan ook gewoon vélib.


Voor 25 euro per jaar (een dagabonnement kost 1,20€) mag ik op maar liefst 253 fietsstations een fiets nemen. Het eerste half uur is gratis, daarna betaal je 50 cent per half uur. Een beetje handig plannen en je fietst de hele dag gratis, als je maar op tijd je fiets (even) inlevert. En het dichtstbijzijnde station ligt op enkele meters van mijn flat!

Een geweldig systeem. Goed, ik heb wel eens een fiets gekozen die een lekke band bleek te hebben, zette hem weer terug, herhaalde de diverse handelingen met mijn vélibkaart en koos een fiets die, toen ik hem voor het postkantoor op slot wilde zetten, geen sleuteltje meer bleek te hebben. En ik heb er eentje gehad waarvan het zadel maar omlaag bleef zakken, waardoor ik me voelde als een beer op een circusfiets. Ook was mijn fietsstation een keer leeg (maar die van twee hoeken verder niet). Ik zie dagelijks een vrachtautootje langsrijden die (bijna) lege stations vult en (bijna) volle stations uitdunt. Er zijn nu eenmaal plekken waarvandaan men vooral vertrekt, en plekken waar men vooral arriveert.

Natuurlijk zullen er mensen zijn die wat te zeuren hebben.
Dat de fietsen stuk, slecht, of niet te vinden zijn. Zo was in Parijs onlangs een « Collectif des habitants du XVIIIe et des quartiers populaires de Paris » actief, dat vond dat er in de armere buurten te weinig fietsen waren. Daarom gingen ze vélibbanden stuksnijden in rijkere wijken. Na enkele dagen werd een man aangehouden die moest bekennen dat het collectif anti-vélib eigenlijk alleen uit hemzelf bestond.
Of dat fietsers een anarchistische bende van de stad maken. Dat is wel een béétje waar; de fietspaden in Toulouse zijn meestal gewoon wat witte strepen en een fiets die op stoep of straat zijn geschilderd, zonder dat er over nagedacht lijkt te zijn dat er zo weinig stoep overblijft voor de voetgangers, of dat een eenrichtingsverkeerstraatje met zowel links als rechts een fietspad behoorlijk smal wordt voor auto’s.

Maar ik verken Toulouse op de fiets.

woensdag 3 oktober 2012

Op zoek naar de top

Ik wilde de Pic du Gar beklimmen. Sommige toppen zijn te lastig om als gewone loper te bereiken, maar op die van de Gar, daar kun je komen. Zeggen ze.

Het was geen stralende dag, maar het was droog, en de voorspellingen waren goed. Ik genoot van de wandeling.






Er stonden allerlei vreemd gevormde bomen langs het pad en de vergezichten waren indrukwekkend. Wel kwamen er steeds méér wolken in plaats van minder, terwijl de méteo toch echt voorspeld had dat de zon steeds meer zou doorbreken.

De weg naar de Pic du Gar stond overal duidelijk aangegeven, met bordjes, gele strepen of steenmannetjes.







Toen ik op zo'n 1500 meter zat, waren er geen bordjes meer. Als je zo dichtbij bent, dan zie je die Pic gewoon vanzelf. Behalve als-ie in een dikke wolk zit. Het werd ijskoud. Ik kwam een paar andere wandelaars tegen die net als ik in die wolk dwaalden, op zoek naar de Pic. Niemand kon 'm vinden.


Toen ben ik maar weer naar beneden gelopen, en maakte een foto van de Pic du Gar zonder Pic. 

maandag 1 oktober 2012

Fietsen



Je zou denken dat fietsen op het platteland makkelijker is, maar gezien de heuvels in de Gers is dat niet helemaal juist. In Barcugnan fietste ik zelden (te hard omlaag, te voet omhoog), in Mirande fietste ik vaker, maar niet ver, want dan zat ik met mijn Hollandse fiets zonder versnellingen ook al gauw in te hoge heuvels, maar in Toulouse is het echte fietsen begonnen.

Er zaten wel hobbels op de weg naar fietsgeluk. Eerst was de band van mijn Hollandse fiets plat. Ik moest een fietspomp aanschaffen, speciaal voor zo’n vélo hollandais, die een stuk duurder was dan andere pompen. Dat ging twee dagen goed, toen was de band niet meer oppompbaar. Nu zou ik kunnen zeggen dat ik hem niet ging plakken omdat ik niet zo’n bekend rood bandenplakdoosje heb, maar eerlijk gezegd heb ik gewoon nooit een band kunnen plakken. Schandalig, maar waar. Aan zo’n doosje zou ik dus ook niets gehad hebben.

Ik ging weer naar de fietsenwinkel waar ik mijn pomp had gekocht. De fietsenmaker constateerde een slag in mijn wiel, die gewoon plakken zinloos maakte. Een nieuw wiel was de enige oplossing, maar dat soort rare wielen (want van een vélo hollandais), die had hij niet. Hij verwees me naar een collega die – volgens hem als enige in Toulouse – ook alles kon met Hollandse fietsen. Hij voegde er overigens aan toe dat Hollandse fietsen fantastisch waren, maar àls er iets kapot ging, ja, dan had je een probleem. In ieder geval in Toulouse.

De collega kon het inderdaad, maar had het erg druk dus moest ik een afspraak maken. Over drie weken had hij een gaatje. Drie weken voor een fietsreparatie – je kunt een stuk sneller bij de dokter terecht. Er zijn blijkbaar een hoop rarefietsenbezitters in Toulouse.
Met een zorgelijk gezicht schatte de fietsenmaker dat het zo’n 120 euro zou gaan kosten. Ai.

Inmiddels is mijn fiets gerepareerd.
‘Dat is dan 29 euro,’ zei de man bij het afrekenen.
‘129?’ zei ik, want zo onnozel ben ik.
‘Nee, 29,’ herhaalde hij.
‘Maar…’ en toen deed ik er het zwijgen toe, want ook aan mijn onnozelheid zitten grenzen.

En nu heb ik een prachtig glimmend achterwiel. De fiets rijdt als een zonnetje. En dat voor 29 euro. Dat zijn de kleine genoegens des levens.

dinsdag 25 september 2012

Tragisch optimisme

Om te laten zien dat ik echt niet stil heb gezeten bij deze nog een reclameboodschap, deze keer over een boek dat ik vertaald heb uit het Amerikaans, bedoeld voor adolescenten. Young adults heet dat in het Nederlands.

Op het blog Jaap leest is er alvast een recensie over te vinden. Hij noemt de vertaling niet, maar vindt het natuurlijk ook mooi omdat het zo geweldig vertaald is. De omschrijving 'tragisch optimisme' is van Jaap.


donderdag 20 september 2012

Even wat anders om te lezen

De dozen zijn uitgepakt, maar een nieuwe reeks berichten, nu uit ma ville, laten nog even op zich wachten. Daarom een reclameboodschap uit eigen doos: een nieuw boekje over Frankrijk, sinds eind mei in de boekhandel.

Dit schrijft NBD Biblion in de recensie voor bibliotheken erover: “Kleurrijk boek waarin Frankrijks veelzijdigheid op allerlei manieren naar voren komt. Dit gebeurt in de vorm van informatieve hoofdstukjes, stripverhaaltjes, kleurenfoto’s, lijstjes, vergelijkingsrijtjes, cartoonachtige sketches, tips en een aansprekend verhaal (met een verborgen list die goed uitpakt) dat alle informatieblokken tegelijkertijd doorsnijdt en verbindt. Thema’s die op aantrekkelijke wijze de revue passeren zijn o.a.: landschap, cultuur, geografie, historie, de Tour de France, gebruiken en gewoontes, taal, beroemdheden, verstedelijking en dorpse verstilling. Ook is er aandacht voor Frankrijks lange kustlijn, het hooggebergte, omringende landen, zeeën en oceanen, de Franse vlag en – natuurlijk – de Franse taal (met bijgevoegde fonetische uitspraak).  Het boek besluit met meerkeuzevragen over en reikt ideeën aan voor spreekbeurten en/of werkstukken. De inhoud is zo boeiend dat je uren in het boek kunt bladeren en lezen over het Frankrijk van vroeger en van nu. Voor op school, buitenschoolse opvang en thuis. Deze rijk geïllustreerde uitgave maakt deel uit van de serie ‘Reis door…’. Vanaf ca. 9 t/m 12 jaar.” 

[Recensent: Mart Seerden]


maandag 20 augustus 2012

drukdrukdruk


Het komt niet alleen door de verhuizing, maar die verklaart wel waarom het nog eventjes stil zal blijven. Binnenkort berichten vanuit Toulouse!

donderdag 24 mei 2012

Zingen!


Toen ik nog in Amsterdam woonde, zong ik mee. En nu zing ik mee, als ik in Amsterdam ben. Hierboven een filmpje, van Iris Koppe en Daan van der Leen, van het jubileumconcert in de Noorderkerk in Amsterdam.
De komende dagen zijn de Soroki (zo heet het koor; het betekent eksters) in Mirande. En nu zingen we ook. Les pies qui chantent, dat zijn Franse eksters. Het is ook een snoepjesfabriek.
De zingende eksters zijn op tournee, met optredens in St Martin en Trie sur Baïse. Komt dat zien!

dinsdag 24 april 2012

De sprekende stadsomroeper

De publieke stadsomroeper is actief (geweest)! Net toen ik er niet was.
Gisteren ben ik niet gaan kijken, het is zulk ongelooflijk k-weer...
Dan zag het er de week ervoor stukken beter uit. Zie hier.

De regionale pers heeft enkele artikelen aan de crieurs (het zijn er twee) gewijd. De burgemeester heeft het over verstoring van de openbare orde, en concurrentie met de stadsomroep die op marktdagen, via geluidsboxen die her en der in de stad zijn gemonteerd, muziek en reclameboodschappen uitzendt. Dat is nou iets wat van mij verboden mag worden: die opgedrongen openbare muziek. Misschien moet ik daarover eens een briefje in de brievenbus van de crieurs stoppen.


Foto uit de Dépêche van Sébastien Lapeyrère


zaterdag 7 april 2012

De zwijgende stadsomroeper


Het eerste boek dat ik van Fred Vargas las, ging onder andere over een crieur public: een stad- of dorpsomroeper. In dat boek, Pars vite en reviens tard (Maak dat je wegkomt in het Nederlands) leest een voormalig zeeman, Joss le Guern, een paar keer per dag met luide stem boodschappen voor die men in zijn speciaal voor dit doel gemaakte brievenbus heeft gestopt. Dat iemand appelen te koop heeft of katjes te geef, dat Bernard van Hélène houdt en er bij de politie alleen  klootzakken werken, dat soort dingen. Hij krijgt ook nog vreemdsoortige boodschappen die met een reeks moorden te maken blijken te hebben.
Leuk boek.

Ik moest er meteen aan denken toen er werd aangekondigd dat er in Mirande op maandag-marktdag van half twaalf tot twaalf een crieur te horen zou zijn. Niet dat ik meteen gecodeerde moordboodschappen verwachtte, maar toch. De eerstvolgende maandag ging ik dus om kwart voor twaalf even kijken, maar er was geen crieur te horen. De gemeente had nog geen toestemming gegeven, vertelde een van de marktlieden. Terwijl ze toch allemaal een brief hadden ondertekend om het initiatief te ondersteunen.

Afgelopen maandag, ik was de crieur even vergeten, zag ik een mevrouw op een verhoginkje staan, met een pleister over haar mond geplakt. Ze droeg een lampenkap. Is er iets moois te zien, heb ik geen camera bij me.
De gemeente vindt het nog steeds niet goed. Het vrije woord is de mond gesnoerd! Nu worden er hier wel eens geschriften van de lokale oppositie in de brievenbus geduwd, waarin men zich beklaagt over dictatoriale neigingen van de burgemeester en zijn raad, dus verbazingwekkend is dit waarschijnlijk niet. Ze vrezen zeker dat dit soort boodschappen voortaan rondgeschreeuwd gaan worden. 

Ik vind het jammer en blijf de zaak volgen.   
 

dinsdag 3 april 2012

Windjack


Toen mijn vader ruim 20 jaar geleden overleed, vroeg ik aan mijn moeder of ik zijn windjack mocht hebben. Het verbaasde haar een beetje. Het was geen bijzonder windjack. Mijn vader was van de generaties van degelijke kleding. Geen modegrillen, maar gewoon goed spul dat lang meeging. Heel lang. Zo draag ik nog steeds zijn ochtendjas, die toch zeker 30 jaar oud is. Niets mis mee.

Er was een tijd dat mijn vader sommige van zijn truien met zijn dochters moest delen, toen wij de leeftijd en wens hadden elke ook maar enigszins vrouwelijke vorm te verhullen in ruimvallende kleding. Truien droeg hij toch alleen maar in zijn schaarse vrije tijd, net als ribbroeken. En dat windjack.
Bijgaande foto is uit 1965. Een jas voor vakantie en een enkele fietstocht in het weekend. Toen er eindelijk, ergens in de jaren '80, een wat hipper jasje voor in de plaats kwam, bleef het windjack aan de kapstok hangen, want er was helemaal niets mis mee.

Nu is het tijd om de zolder van ons oude Franse huis op te ruimen en opeens dook het windjack weer op. Het was vies, een beetje schimmelig, ik draag het nooit en ik ben goed in weggooien. Het zat dus bijna in de vuilniszak, maar het lukte me niet. Destijds wilde ik het windjack hebben, omdat het voor mij zo bij mijn vader hoorde. Na twintig jaar voelt dat niet anders. Dus heb ik het gewassen en aan de kapstok gehangen. Het hoorde bij hem en het hoort bij mij. Daar is niets mis mee.