vrijdag 4 december 2009

Slim

Onlangs had ik het genoegen kennis te maken met Copain. Copain is een Vietnamees hangbuikzwijntje van twee maanden, en niet veel groter dan de hand van zijn baas. Die baas noemen we hier Chabal, naar de stevig uit de kluiten gewassen rugbyer, dus het is wel een redelijk grote hand. Copain was een verjaarskadootje van Chabal voor mevrouw Chabal.
Chabal kriebelde Copain over zijn buik, en Copain rolde tevreden knorrend op zijn ruggetje. ‘Varkens zijn heel slim, lief en schoon,’ vertelde Chabal, terwijl hij Copain steeds even optilde, waar Copain vrolijk om moest knorren.
Ik wist al lang dat varkens schoon en slim waren. Mijn vader was een vurig pleitbezorger van het varken. Zo gauw iemand opmerkte dat het paard een edel dier was, zei hij dat het varken veel slimmer was. Ik weet niet waarom. Zijn eigen vader was hoefsmid geweest, misschien had hem dat op de een of andere manier getraumatiseerd. Of misschien was hij als vader van vijf dochters bang dat we allemaal paardengek zouden worden, en steeds een paard op ons verlanglijstje zouden zetten, en op dure paardrijlessen wilden.

Op zoek naar meer kennis over deze zwijntjes las ik in de mij tot voor kort onbekende waar-maar-raar-internetkrant het volgende: “Een Vietnamees hangbuikvarken heeft in Zweden het huis van zijn baasje in de fik gestoken. Het zwijn liep per ongeluk de tafellamp omver en zette zo de gordijnen in brand. Als bij wonder overleefde het dier de vuurzee: de brandweer trof het angstige varken aan in bad.”
Slim hè, om dan in bad te gaan zitten. Dat zou een paard nooit doen.