zondag 10 april 2011

zonder voorbedachten rade

Ik was verkouden, al een hele tijd, een beetje grieperig zelfs. Ik hoestte. Maar ik bleef toch - wellicht iets minder vaak - roken. Toen mijn pakje bijna leeg was en ik hoestend bedacht dat ik nieuwe tabak moest kopen dacht ik opeens 'hou toch op met die onzin', en dat heb ik toen gedaan. Dat is eigenlijk alles.

Ik besloot het tegen niemand te zeggen en wachtte af wanneer men het zou merken. Mijn vader, ooit een verstokt sigarenroker, heeft dat zo gedaan. Ik herinner me dat 'ie een keer 's avonds laat speculaasjes stond te eten, vlak bij de keukenkast. Dat verbaasde me, want hij was geen snoeper, maar dat hij toen al een paar dagen niet gerookt had was me volledig ontgaan. Mijn moeder ook, want die ging rustig door met het kopen van zijn sigaren (zo ging dat in die jaren - moeder kocht wekelijks het rookgenot van vader), tot ze verbaasd constateerde dat er zoveel doosjes in de kast stonden dat het deurtje nauwelijks dichtging. (Ik overdrijf misschien, maar zo herinner ik het me. Het is al lang geleden).

Na een paar dagen heb ik het toch maar tegen dochter gezegd, omdat ze een tijd terug had gezegd haar wiskundecijfer op te halen, als ik zou stoppen met roken. Ze moest dus aan het werk. Zoon moest het ook weten, want die had de in zijn ogen even risocoloze belofte gedaan geen boeren meer te laten, als ik niet meer zou roken. 'Ik dacht, dat doe je toch nooit,' zei hij onlangs enigszins verongelijkt.
Dat zijn leuke bijkomstigheden, maar het belangrijkst is dat je zelf op een dag besluit ermee op te houden. Dat is het enige wat voor mij in ieder geval werkt. Al bijna zeven weken.