zondag 7 juli 2013
Berenboekje
Ik schreef alweer een hele tijd geleden (namelijk hier) dat ik bezig was met een boekje over beren. Dat boekje is inmiddels verschenen. Het is alleen verkrijgbaar via een leesleeuwabonnement en dat loopt via scholen, maar ik meld het toch, al is het maar omdat ik de omslag zo mooi vind. Die is getekend door Martijn van der Linden.
Het is non-fictie en de hoofdpersoon is de beer Aspe-Ouest en dat is (of was) de laatste échte Pyreneeënbeer. Alle beren in de Pyreneeën, ook zij die uit Slovenië komen en hun nazaten, hebben van die leuke namen. Camille, Papillon, Néré, Bouxty, Pyros, Balou... maar deze moest zo nodig vernoemd worden naar de vallei waar hij geboren werd, en dat was het westelijke deel van de vallei Aspe.
Aspe-Ouest is al zo'n drie jaar niet meer gezien; waarschijnlijk is hij dood. Op de laatste foto's die van hem gemaakt zijn, eind 2009, is te zien dat zijn billen helemaal kaal zijn. Blootbil gingen ze hem noemen. Waarschijnlijk had hij een ziekte, mogelijk iets hormonaals, veroorzaakt door de afwezigheid van vrouwtjes. Dat kan dus ook, althans, dat zeggen ze hier.
Het zat 'm niet mee. Die naam, die billen, geen vriendin en zijn moeder werd destijds doodgeschoten door een jager, ook dat nog. Zijn levensverhaal opschrijven was het minste wat ik kon doen.
PS
Mocht iemand het boekje graag willen lezen, stuur dan een mailtje.
maandag 1 april 2013
Carnaval?!
Gisteren, eerste paasdag, hingen her en der in Toulouse versieringen ter ere van carnaval. Ik weet dat er in Frankrijk enigszins willekeurig carnaval wordt gevierd, maar op eerste paasdag ben je echt wel heel erg laat.
Interessante versieringen trouwens.
Interessante versieringen trouwens.
vrijdag 16 november 2012
Anna Politkovskajastraat
Als nieuwe bewoner van Toulouse krijg ik zo af en toe kortingsbonnen en dergelijke in de brievenbus. Onlangs zat daar een wat klunzig A4tje van de Simply Market bij, dat een onderdeel van de toch niet zo klunzige Auchan is. Men stelde me 750 happy in het vooruitzicht, een soort spaarpunt begreep ik. Dan moet je dus weer aan zo'n klantenkaart en daar heb ik geen zin meer in. Het velletje hing al boven de oudpapier-bak, toen ik het adres zag: 2 rue Anna Politkovskaïa.
Vandaag ben ik dus toch even naar de Simply Market, en vooral naar de rue Anne Politkovskaïa gegaan. Hij ligt vlak bij de Ponts Jumeaux, een wat rommelig knooppunt van drie kanalen en twee afritten, waar ik Toulouse gewoonlijk binnen rij. De buurt is een mengsel van oude huisjes, rommelige bedrijfjes en nieuwe, niet eens lelijke flats. Een beetje een uithoek, maar het lijkt erop dat er steeds meer niet-eens-lelijke flats bij komen, terwijl de rommeligheid verdwijnt. En in het centrum van de stad komen er nu eenmaal niet gauw nieuwe straten vrij.
Thuisgekomen ging ik toch even googelen om te zien of er in andere steden, en in andere landen, misschien ook Anna Poltikovskaja straten, streets, strassen of rues zijn. De enige stad die ik vond was Tblisi.
dinsdag 30 oktober 2012
zondag marktdag
Ik liep met twee hier logerende vriendinnen naar de Basiliek St Sernin (die moet je hier natuurlijk wel gezien hebben), en toen bleek er markt te zijn. Nou ja, hij was er net geweest. Vandaar deze doorschijnende dames.
donderdag 11 oktober 2012
Fietsen (2)
In afwachting van de eerder beschreven wielingreep nam ik een abonnement op
Vélô Toulouse. Dat is dat wittefietsenplan dat in talloze Franse steden is
ingevoerd. Parijs begon ermee en noemde het vélib; de steden die volgden gaven
het allemaal een eigen naam, maar eigenlijk noemt iedereen het waar dan ook
gewoon vélib.
Voor 25 euro per jaar (een dagabonnement kost 1,20€) mag ik
op maar liefst 253 fietsstations een fiets nemen. Het eerste half uur is
gratis, daarna betaal je 50 cent per half uur. Een beetje handig plannen en je
fietst de hele dag gratis, als je maar op tijd je fiets (even) inlevert. En het dichtstbijzijnde station ligt op enkele meters van
mijn flat!
Een geweldig systeem. Goed, ik heb wel eens een fiets
gekozen die een lekke band bleek te hebben, zette hem weer terug, herhaalde de
diverse handelingen met mijn vélibkaart en koos een fiets die, toen ik hem voor
het postkantoor op slot wilde zetten, geen sleuteltje meer bleek te hebben. En
ik heb er eentje gehad waarvan het zadel maar omlaag bleef zakken, waardoor ik
me voelde als een beer op een circusfiets. Ook was mijn fietsstation een keer leeg
(maar die van twee hoeken verder niet). Ik zie dagelijks een vrachtautootje langsrijden die
(bijna) lege stations vult en (bijna) volle stations uitdunt. Er zijn nu
eenmaal plekken waarvandaan men vooral vertrekt, en plekken waar men vooral
arriveert.
Natuurlijk zullen er mensen zijn die wat te zeuren
hebben.
Dat de fietsen stuk, slecht, of niet te vinden zijn. Zo
was in Parijs onlangs een « Collectif
des habitants du XVIIIe et des quartiers populaires de Paris » actief,
dat vond dat er in de armere buurten te weinig fietsen waren. Daarom gingen ze
vélibbanden stuksnijden in rijkere wijken. Na enkele dagen werd een man
aangehouden die moest bekennen dat het collectif
anti-vélib eigenlijk alleen uit hemzelf bestond.
Of dat fietsers een anarchistische bende van de stad
maken. Dat is wel een béétje waar; de fietspaden in Toulouse zijn meestal
gewoon wat witte strepen en een fiets die op stoep of straat zijn geschilderd,
zonder dat er over nagedacht lijkt te zijn dat er zo weinig stoep overblijft
voor de voetgangers, of dat een eenrichtingsverkeerstraatje met zowel links als
rechts een fietspad behoorlijk smal wordt voor auto’s.
Maar ik verken Toulouse op de fiets.
woensdag 3 oktober 2012
Op zoek naar de top
Er stonden allerlei vreemd gevormde bomen langs het pad en de vergezichten waren indrukwekkend. Wel kwamen er steeds méér wolken in plaats van minder, terwijl de méteo toch echt voorspeld had dat de zon steeds meer zou doorbreken.
De weg naar de Pic du Gar stond overal duidelijk aangegeven, met bordjes, gele strepen of steenmannetjes.
Toen ik op zo'n 1500 meter zat, waren er geen bordjes meer. Als je zo dichtbij bent, dan zie je die Pic gewoon vanzelf. Behalve als-ie in een dikke wolk zit. Het werd ijskoud. Ik kwam een paar andere wandelaars tegen die net als ik in die wolk dwaalden, op zoek naar de Pic. Niemand kon 'm vinden.
Toen ben ik maar weer naar beneden gelopen, en maakte een foto van de Pic du Gar zonder Pic.
maandag 1 oktober 2012
Fietsen
Je zou denken dat fietsen op het platteland makkelijker
is, maar gezien de heuvels in de Gers is dat niet helemaal juist. In Barcugnan
fietste ik zelden (te hard omlaag, te voet omhoog), in Mirande fietste ik vaker,
maar niet ver, want dan zat ik met mijn Hollandse fiets zonder versnellingen
ook al gauw in te hoge heuvels, maar in Toulouse is het echte fietsen begonnen.
Er zaten wel hobbels op de weg naar fietsgeluk. Eerst was
de band van mijn Hollandse fiets plat. Ik moest een fietspomp aanschaffen,
speciaal voor zo’n vélo hollandais,
die een stuk duurder was dan andere pompen. Dat ging twee dagen goed, toen was
de band niet meer oppompbaar. Nu zou ik kunnen zeggen dat ik hem niet ging
plakken omdat ik niet zo’n bekend rood bandenplakdoosje heb, maar eerlijk
gezegd heb ik gewoon nooit een band kunnen plakken. Schandalig, maar waar. Aan
zo’n doosje zou ik dus ook niets gehad hebben.
Ik ging weer naar de fietsenwinkel waar ik mijn pomp had
gekocht. De fietsenmaker constateerde een slag in mijn wiel, die gewoon plakken
zinloos maakte. Een nieuw wiel was de enige oplossing, maar dat soort rare
wielen (want van een vélo hollandais), die had hij niet. Hij verwees me naar
een collega die – volgens hem als enige in Toulouse – ook alles kon met
Hollandse fietsen. Hij voegde er overigens aan toe dat Hollandse fietsen
fantastisch waren, maar àls er iets kapot ging, ja, dan had je een probleem. In
ieder geval in Toulouse.
De collega kon het inderdaad, maar had het erg druk dus
moest ik een afspraak maken. Over drie weken had hij een gaatje. Drie weken
voor een fietsreparatie – je kunt een stuk sneller bij de dokter terecht. Er
zijn blijkbaar een hoop rarefietsenbezitters in Toulouse.
Met een zorgelijk gezicht schatte de fietsenmaker dat het
zo’n 120 euro zou gaan kosten. Ai.
Inmiddels is mijn fiets gerepareerd.
‘Dat is dan 29 euro,’ zei de man bij het afrekenen.
‘129?’ zei ik, want zo onnozel ben ik.
‘Nee, 29,’ herhaalde hij.
‘Maar…’ en toen deed ik er het zwijgen toe, want ook aan
mijn onnozelheid zitten grenzen.
En nu heb ik een prachtig glimmend achterwiel. De fiets
rijdt als een zonnetje. En dat voor 29 euro. Dat zijn de kleine genoegens des
levens.
Abonneren op:
Posts (Atom)