zondag 11 september 2011

Toegift

Ondertussen loopt Bella dus al weken met dit kapje.



Spullen


Wie wat bewaart, heeft soms wat teveel.
Dat gevoel heb ik als een boek niet meer in de boekenkast past, ik iets zoek en alleen maar zaken vind die ik vergeten was, of tijdens een opruimactie. En dan ben ik niet eens extreem bewaarderig.
Het gevoel overviel me een tijd terug ook toen we in de bloedhitte wat van dat teveel aan de mens probeerden te brengen op een vide grenier, tussen allemaal andere mensen die dat ook probeerden. Kopers waren er weinig, want die zaten met een koel drankje aan de rand van het zwembad, of onder een grote eikenboom.
Na een tijdje kon ik alleen maar denken: wat veel spullen! Zoveel spullen! Wat moeten we allemaal met al die spullen? (Spullen kun je ook in gedachten lekker dik uitspreken, met een uitgezakte u en luie ellen).

Toen kreeg ik dat ook met bezigheden. Je hebt van die momenten, zeker in het freelance bestaan, dat de ene opdracht na de andere binnenkomt waarop je, omdat je ook de barre tijden kent waarin er juist niets komt, eigenlijk altijd ja zegt. En ondertussen was het zomervakantie, moest de hond geopereerd, bleek ik een kroon nodig te hebben, waren er vrienden en reisjes en uitjes en partijtjes, en moest het geld ook verdiend worden. Zo rolde ik niet eens van het een in het ander, maar stuiterde ongericht en onrustig rond. Het is dat je het niet zo lekker kunt uitspreken, bezigheden, maar ik vroeg me soms wel af wat ik met al die bezigheden moest.

Volgens bloghandboeken moet je je niet gaan excuseren dat je er weinig of niet was, als blogger.  Maar wat kan het mij schelen. Excusez-moi, maar het bloggen schoot er nogal eens bij in. En het zal nog wel een zooitje blijven. Maar ik hou er niet mee op. Want wie wat bewaart, die heeft wat hè. En een blog raak je op een vide grenier nog niet aan de straatstenen kwijt.

donderdag 1 september 2011

Nog even Corsica, voor de school weer begint

Ik heb niet zoveel met de kleine keizer, maar dit vond ik mooi.

En dit is natuurlijk nog veel mooier.

Wij dachten toch echt dat dit kogelgaten waren, want wat is het anders?

Ook in Corsica blijken deze stapeltjes cairn te heten. Net als in de Pyreneeën.

Voor iemand die een zwak heeft voor varkentjes was dit wel een van de hoogtepunten. 
Ik vind het zelf nogal vervelend als mensen roepen dat ze het zo waanzinnig druk hebben, dus dat hoor je mij niet doen, maarre... heel rustig is het nou ook weer niet. Daarom nog een visueel intermezzo en daarna... 

donderdag 25 augustus 2011

Postbode Guy

Op Corsica gingen we - al was het behoorlijk warm - ook wandelen. Niet hele dagen, maar toch wel af en toe hele uren. Een wandeling ging naar Girolata, een dorpje dat alleen via een smal paadje (2 uur lopen), of over zee bereikbaar is.
In Girolata wonen 's winters nog 15 mensen; 's zomers is het wat drukker. Stukken drukker eerlijk gezegd: per boot komen dagelijks zo'n 2000 mensen langs en dan zijn er ter plekke ook veel meer handen nodig. Ik las een interview met een echte Girolater; de laatste die - in 1949 - in dit dorp geboren was. Op de dorpsschool, waar zijn moeder les gaf, zaten toen 45 kinderen.

Het pad  naar Girolata wordt ook Le sentier de Guy le Facteur genoemd, wat veel meer tot de verbeelding spreekt. Zwetend en klimmend vroeg ik me af wanneer Guy hier gelopen had met zijn postzakken, en hoe vaak hij dat dan deed. Ik ging op zoek naar een ansichtkaart en verwachtte een zwart-wit afbeelding van 100 jaar geleden. Maar Guy is nog helemaal niet zo lang met pensioen. Ik vond een kaart bij het caféetje op de parkeerplaats waar de wandeling begon. Als de post niet per boot kon worden gebracht, dan deed Guy het.  Hij heeft dan ook nog steeds een uitstekende conditie.



zaterdag 13 augustus 2011

Pauze

Ik pauzeer even op Corsica, na een hectische periode waarin ik al die geplande stukjes niet kon plaatsen en hier is gewoon lekker weinig wifi. Perfect, eigenlijk.

dinsdag 26 juli 2011

Nog even olympisch

Helemaal vergeten, maar op de vraag waar dat Olympische café lag, heb ik destijds antwoord gekregen: het is in Capvern, een dorpje in Hautes-Pyrenées (département 65). Ik weet niet meer of het Capvern village is (op 630 meter), of Capvern-les-Bains (op 475 meter), maar ik meen de eerste. Ze horen hoe dan ook bij elkaar.

Les bains wijst erop dat we te maken hebben met een thermische badplaats, en bij deze kun je terecht voor aandoeningen aan l'appareil urinaire et digestif maar ook voor les maladies métaboliques et la rhumatologie. Sinds 2010 kun je, mocht je geen van die aandoeningen hebben, naar het welzijncentrum (centre de bien-être) Edenvik voor het gewone badderen, zweten en luieren. Dat soort centra zijn de afgelopen jaren in bijna alle oude kuuroorden verrezen. Tijdens deze natte zomerse dagen doen ze vast goede zaken.


Mijn foto dateert van voor 2010, maar ook toen zag Capvern er niet overal zo treurig uit als de foto doet vermoeden.

zaterdag 23 juli 2011

Mijn vriendin van het postkantoor

Ik was toevallig weer eens in het postkantoor van Trie sur Baïse. Daar kom ik niet vaak meer, en ik herinner me inmiddels ook weer waarom ik er nooit graag kwam. De medewerkster is niet bepaald het zonnetje in huis.
Ooit was ik zo dom op te merken dat het eigenlijk vreemd was, dat het duurder was een brief van Frankrijk naar Nederland te sturen, dan andersom (ik weet overigens niet of dat nog steeds zo is). Het was meer een harop uitgesproken overpeinzing dan directe kritiek. Misschien komt het bijvoorbeeld, omdat Frankrijk groter is, of omdat ze vaker berg op - berg af moeten, ik noem maar wat.
De dame keek me nijdig aan en zei toen dat het ten eerste misschien helemaal niet waar was en ten tweede dat wij Belgen nu eenmaal ander geld hadden waardoor je de prijs niet kon vergelijken. De euro was toen al enkele jaren ingevoerd en België was ook toen geen deel van Nederland, maar het was een slimme opmerking, want ik was met stomheid geslagen en heb het postkantoor in verward zwijgen verlaten.

Deze keer trof ik de dame in een verlaten postkantoor terwijl ze deed alsof het vreselijk druk was. Een  karikatuur van de drukke ambtenaar. Ze kon mijn brief niet frankeren zei ze, na me een tijdje genegeerd te hebben, want er was een panne informatique.
Ik vroeg of ze hem wel zou kunnen wegen, wat ze met tegenzin deed. 101 gram. Ze kon me niet vertellen hoeveel erop moest, want ze zat dus met die panne informatique. Daarom keek ik zelf in de postkantoorfolder met alle tarieven.
"Mag ik een postzegel van 1,80 €?" vroeg ik vervolgens.
"Nee," snauwde mijn vriendin, "ik heb geen postzegels van 1,80 €."
"Het mogen ook twee postzegels zijn," zei ik. "Of drie." Soms ben ik geduldig en flexibel.

Ze sloeg zuchtend het postzegelboek open, telde zuchtend 5 postzegels uit en noteerde de waarde zuchtend op een blaadje want, zei  ze tussen twee zuchten door, dit moest ze dus nu ook allemaal opschrijven. Zelf. Met de hand. Ik besloot maar niks te zeggen van vroeger en dat het toen ook zonder computers ging.
"Ik zal het morgen nakijken," zei ze dreigend, terwijl ze de postzegels naar me toe schoof. "Of het wel klopt." Ze had blijkbaar weinig vertrouwen in de folders van la Poste, om over mijn vaardigheden maar te zwijgen.
Ik besloot de brief niet bij haar postkantoor te posten, want stel dat ze echt initiatief ging tonen en zou zien dat het 1,80 € is tot 100 gram, en dat je daarna - tot 250 gram - 4,20 € moet betalen.
Misschien zou ze mijn brief nooit versturen, omdat 101 gram geen 100 gram is.
Alsof er postzegels van 4,20€ bestaan!