donderdag 24 mei 2012

Zingen!


Toen ik nog in Amsterdam woonde, zong ik mee. En nu zing ik mee, als ik in Amsterdam ben. Hierboven een filmpje, van Iris Koppe en Daan van der Leen, van het jubileumconcert in de Noorderkerk in Amsterdam.
De komende dagen zijn de Soroki (zo heet het koor; het betekent eksters) in Mirande. En nu zingen we ook. Les pies qui chantent, dat zijn Franse eksters. Het is ook een snoepjesfabriek.
De zingende eksters zijn op tournee, met optredens in St Martin en Trie sur Baïse. Komt dat zien!

dinsdag 24 april 2012

De sprekende stadsomroeper

De publieke stadsomroeper is actief (geweest)! Net toen ik er niet was.
Gisteren ben ik niet gaan kijken, het is zulk ongelooflijk k-weer...
Dan zag het er de week ervoor stukken beter uit. Zie hier.

De regionale pers heeft enkele artikelen aan de crieurs (het zijn er twee) gewijd. De burgemeester heeft het over verstoring van de openbare orde, en concurrentie met de stadsomroep die op marktdagen, via geluidsboxen die her en der in de stad zijn gemonteerd, muziek en reclameboodschappen uitzendt. Dat is nou iets wat van mij verboden mag worden: die opgedrongen openbare muziek. Misschien moet ik daarover eens een briefje in de brievenbus van de crieurs stoppen.


Foto uit de Dépêche van Sébastien Lapeyrère


zaterdag 7 april 2012

De zwijgende stadsomroeper


Het eerste boek dat ik van Fred Vargas las, ging onder andere over een crieur public: een stad- of dorpsomroeper. In dat boek, Pars vite en reviens tard (Maak dat je wegkomt in het Nederlands) leest een voormalig zeeman, Joss le Guern, een paar keer per dag met luide stem boodschappen voor die men in zijn speciaal voor dit doel gemaakte brievenbus heeft gestopt. Dat iemand appelen te koop heeft of katjes te geef, dat Bernard van Hélène houdt en er bij de politie alleen  klootzakken werken, dat soort dingen. Hij krijgt ook nog vreemdsoortige boodschappen die met een reeks moorden te maken blijken te hebben.
Leuk boek.

Ik moest er meteen aan denken toen er werd aangekondigd dat er in Mirande op maandag-marktdag van half twaalf tot twaalf een crieur te horen zou zijn. Niet dat ik meteen gecodeerde moordboodschappen verwachtte, maar toch. De eerstvolgende maandag ging ik dus om kwart voor twaalf even kijken, maar er was geen crieur te horen. De gemeente had nog geen toestemming gegeven, vertelde een van de marktlieden. Terwijl ze toch allemaal een brief hadden ondertekend om het initiatief te ondersteunen.

Afgelopen maandag, ik was de crieur even vergeten, zag ik een mevrouw op een verhoginkje staan, met een pleister over haar mond geplakt. Ze droeg een lampenkap. Is er iets moois te zien, heb ik geen camera bij me.
De gemeente vindt het nog steeds niet goed. Het vrije woord is de mond gesnoerd! Nu worden er hier wel eens geschriften van de lokale oppositie in de brievenbus geduwd, waarin men zich beklaagt over dictatoriale neigingen van de burgemeester en zijn raad, dus verbazingwekkend is dit waarschijnlijk niet. Ze vrezen zeker dat dit soort boodschappen voortaan rondgeschreeuwd gaan worden. 

Ik vind het jammer en blijf de zaak volgen.   
 

dinsdag 3 april 2012

Windjack


Toen mijn vader ruim 20 jaar geleden overleed, vroeg ik aan mijn moeder of ik zijn windjack mocht hebben. Het verbaasde haar een beetje. Het was geen bijzonder windjack. Mijn vader was van de generaties van degelijke kleding. Geen modegrillen, maar gewoon goed spul dat lang meeging. Heel lang. Zo draag ik nog steeds zijn ochtendjas, die toch zeker 30 jaar oud is. Niets mis mee.

Er was een tijd dat mijn vader sommige van zijn truien met zijn dochters moest delen, toen wij de leeftijd en wens hadden elke ook maar enigszins vrouwelijke vorm te verhullen in ruimvallende kleding. Truien droeg hij toch alleen maar in zijn schaarse vrije tijd, net als ribbroeken. En dat windjack.
Bijgaande foto is uit 1965. Een jas voor vakantie en een enkele fietstocht in het weekend. Toen er eindelijk, ergens in de jaren '80, een wat hipper jasje voor in de plaats kwam, bleef het windjack aan de kapstok hangen, want er was helemaal niets mis mee.

Nu is het tijd om de zolder van ons oude Franse huis op te ruimen en opeens dook het windjack weer op. Het was vies, een beetje schimmelig, ik draag het nooit en ik ben goed in weggooien. Het zat dus bijna in de vuilniszak, maar het lukte me niet. Destijds wilde ik het windjack hebben, omdat het voor mij zo bij mijn vader hoorde. Na twintig jaar voelt dat niet anders. Dus heb ik het gewassen en aan de kapstok gehangen. Het hoorde bij hem en het hoort bij mij. Daar is niets mis mee. 


maandag 26 maart 2012

Wortels en takken (2)


Mijn zoon is al enige tijd Fransman. Hij woont hier al langer dan in Nederland en voelt zich meer Frans dan Nederlands. Bovendien wil hij kunnen stemmen. Nee, ik vind het niet erg dat mijn zoon Fransman is. Integendeel, ik ben er trots op. Ik ben er trots op dat hij kort na zijn 18e verjaardag zijn naturalisatie in gang zette. Het is een duidelijk gebaar, een echte keuze.
Maar ergens in mij wilde iets dat hij ook Nederlander bleef. Ik kan dat niet met duidelijke argumenten onderbouwen. Die zijn er ook niet. Nederland is een keurig Europees land. Frankrijk is een keurig Europees land. Hij hoeft noch in het ene, noch in het andere land in dienst. Beide landen hebben mooie en irritante trekjes.
Het is gewoon omdat eh… nou ja, omdat je er geboren bent. Omdat je familie Nederlands is. En oké, ook om de Nederlandse staat en het gezeur over dubbele nationaliteit een beetje te sarren. Want zo vaderlandslievend ben ik ook weer niet. Ik vraag me zelfs af, of ik ook Frans zal worden. En of ik dan recht heb op een officiële ontnederlanding, waarbij alle paspoorten van ontrouwe Nederlanders – de verraders die zomaar de nationaliteit van een ander land verkozen – verbrand worden en we vervolgens met pek en verbrandde paspoortsnippers besmeurd het land uit worden gestuurd.

En dan ben ik Française, niveau tak. Met één paspoort. Ik heb dan gekozen voor één land, zoals Nederland wil. Dan kan ik mijn nieuwe vaderland niet meer ontrouw zijn. Ik lees alleen nog maar Le Monde en nooit meer de NRC. Ik eet geen erwtensoep, vergeet André Hazes en verbrand mijn Nederlandse boeken. Dat gebeurt neem ik aan vanzelf, als je geen Nederlands paspoort meer hebt. Ik kan dan ook voor Frankrijk gaan spioneren in Nederland. En als Nederland en Frankrijk in oorlog raken, zing ik alleen de Marseillaise.
 
Waar je wel of niet hoort, waar je wortels liggen, waar anderen denken dat je wortels liggen of zouden moeten liggen, of die wortels belangrijk zijn en zo ja waarom, het blijft intrigerend.
Je hebt eeuwenoude bomen die nooit van hun plaats komen. En je hebt bloemen die hun zaadjes door de wind laten verspreiden over de aardbol.
Misschien ben ik een paardenbloem. 


vrijdag 23 maart 2012

Wortels en takken


Mirande ligt net als Toulouse in de regio Midi-Pyrenées en dus geldt ook voor ons niveau écarlate (scharlakenrood) van het plan Vigipirate, het hoogste waakzaamheidniveau. Daarna rest alleen niveau noodtoestand.
Ook nu Mohamed M. dood is, geldt het niveau nog. Om de lokale scholen staan nog steeds dranghekken en hangen er roodwitgestreepte plastic banden. De weg voor de openbare lagere school is zelfs afgesloten. Of die hekken iets zouden uitrichten tegen een gewapende fanaat betwijfel ik, maar niks doen kan ook niet en meer doen zou vreemd zijn. De politie kan beter op andere plaatsen extra waakzaam zijn.
Vanaf alle kranten kijkt het lachende hoofd van Mohamed ons ondertussen aan, en ik kan het niet helpen ook aan zijn moeder te denken, en niet alleen aan zijn zeven slachtoffers en al hun dierbaren.
Op de begrafenis van de drie vermoorde militairen sprak president Sarkozy over de republiek, waar Français de souche en Français de branche samenleven: rasechte Fransen (souche betekent o.a. wortel, stam of oorsprong) en nieuwe Fransen, letterlijk tak-Fransen. Aangegroeide Fransen?
Kun je ooit een rasechte Fransman worden als je hier niet geboren bent? Kun je een rasechte Fransman worden als je hier geboren bent, maar je ouders niet? Zowel de drie militairen als hun moordenaar hadden (voor-)ouders van buiten Frankrijk. De drie die in het leger gingen werden, in ieder geval na hun dood, Français de branche. Hun moordenaar een Français d’origine algérienne.
En de souche lijkt er niets meer te zijn.

woensdag 29 februari 2012

Winterslaap

Afgelopen zondag was ik onder andere in het plaatsje Fos. Het ligt op de grens met Spanje, midden in de Pyreneeën. De grensovergang wordt al een tijdje niet meer gebruikt, en met de middenstand in Fos gaat het ook niet meer zo goed. Jammer, wat het zou een leuk plaatsje kunnen zijn.


Ik kwam er eigenlijk voor het berenmuseum, dat wil zeggen La maison du pays de l'ours. Ik ben namelijk net begonnen aan een berenboekje, dus dat leek me wel interessant. Iets hoger dan Fos lopen nog een paar beren rond. Het berenhuis zou aan de hoofdstraat van Fos, met de serieuze naam avenue Jean-Jaurès, moeten liggen. Ik vond het echter niet.


Er was nog een hotel dat wél open was. Er kwam net iemand naar buiten, maar die ging meteen om de hoek tegen de muur plassen. Misschien had het hotel geen goed sanitair. Iets verderop wist een niet-plassende man te vertellen dat het Berenhuis alweer gesloten was. Jammer natuurlijk, maar het leuke was dat deze man als gids in de bergen werkte en veel over de berenpopulatie wist. Het eerste berencontact is dus gelegd, en de volgende keer ga ik naar Arbas, waar nog wel een informatiecentrum schijnt te bestaan. En wie weet wat (of wie) ik er anders tegenkom.