zondag 17 januari 2010

De feestcommissie


Een paar jaar geleden kregen we een briefje dat de feestcommissie vernieuwd moest worden en of we nombreux op de bijeenkomst wilden komen. Altijd bereid tot inburgering deed ik dat.
Die avond werd ik onder luid applaus tot secretaris benoemd. Zo'n applaus viel iedereen ten deel zo gauw hij of zij zich liet strikken voor een bestuursfunctie; de opluchting van de overige aanwezigen klonk er duidelijk in door. Gewoon lid worden wilde iedereen, maar membre du bureau - met functie en al – was stukken minder populair. Wat dat betreft is het hier net een gewoon land: vrijwilligers die ook nog wat willen doen, zijn moeilijk te vinden.

Voor, tijdens en na de feesten help ik sindsdien met tafeldekken, groente snijden, sla wassen, aardappels schillen, afruimen, opruimen, dweilen, flessen-naar-glasbak-brengen en alle andere klussen die je zonder veel risico aan een wezen zonder savoir faire kunt overlaten.
Dat vind ik best. Door goed op te letten kan ik thuis nu bijvoorbeeld heerlijk lamsvlees maken. Bovendien blijf je tijdens zo’n dorpsmaaltijd nog een beetje in beweging en dat is gezien de duur en hoeveelheden best prettig.

Nog voor mijn benoeming was me op het hart gedrukt dat ik niet hoefde te notuleren (het feit dat ik dat niet foutloos zou kunnen, was mijn laatste poging geweest eronderuit te komen). Ik hoef alleen de uitnodigingen, inclusief menu, te maken. Met een Franse spellingcheck is dat goed te doen. Voor ze in klad op papier staan, is een ander verhaal.

Officieel begint de vergadering om 9 uur ’s avonds, dus de vergadering begint tegen tienen. Rond half 11 zijn we toe aan de vraag: ‘wat eten we’. Talloze schotels en recepten vliegen over tafel, tot we (nou ja, ze) eruit zijn. Als het hoofdgerecht vastligt, kan een passend entree worden bedacht. Stel, het woord meloen valt. Men bespreekt waar je die het beste kunt kopen, bij wie die echt niet te eten is (‘o, nee, daar zijn ze juist heel lekker’ brengt iemand anders ertegen in), of er ham of port of allebei of geen van beiden bij moet en van wie dan wel, want de ham van slager X is echt niet te eten (‘o, nee, daar is-ie juist heel lekker’ brengt iemand anders ertegen in), en de port, nou ja, enzovoort, en als er na een half uur een stilte valt, zeg ik: “dus meloen met ham als entree?” En dan kijken ze me verbaasd aan en zeggen dat het een tomatensalade wordt.

Vorige week hadden we onze Repas d’Epiphanie. Bij deze het menu, tot stand gekomen na twee vergaderingen. Beide duurden tot na middernacht.

kir
potage
foie gras
fruits de mer
tournedos et sa garniture
salade
galette des rois
vin, café, mousseux, digestif


Het was wel lekker.