woensdag 6 januari 2010

Nationale identiteit

Ik ben geboren in Breda en dus een Brabander. Van dat laatste werd ik me bewust toen we naar Limburg verhuisden. Ik was zeven jaar en op school zeiden ze dat ik Hollands sprak. Ik geloof dat ik tot die tijd dacht dat iedereen zo sprak als wij thuis. Niet dus.
Omdat ik geen Limburgs sprak ging ik me steeds brabantser voelen, alleen, als we terugkwamen in Brabant bleek ik toch weer anders te praten dan daar en niet automatisch als mede-brabander in ieders armen te worden gesloten. En mijn ouders bleken geen echte Brabanders!
In het land boven de Grote Rivieren, het échte Holland, het land van mijn voorvaderen zeg maar, kreeg ik vervolgens, inmiddels wat ouder dan zeven, regelmatig opmerkingen over mijn zachte g.
In het westen was ik dus een zuiderling, en in het zuiden een Hollander. Als je eenmaal een keer verkast bent, ben je in de eerste plaats iets niet (limburger bijvoorbeeld), en verder iets vaag anders (zoals Hollander).
Het is allemaal niet zo eenvoudig, die nationale identiteit.

Ik zat hier een beetje over te mijmeren toen we Baskenland weer verlieten. Ik vind ze leuk, die landjes, maar de lichte schaduwkant is dat je er nooit bij zal horen. En de donkere dat ze hun land soms tot moord en doodslag toe willen beschermen tegen invloed van buitenaf. De lijn tussen nationale identiteit en nationalisme kan dun zijn.

Het enige wat ik heb overgehouden aan mijn regionale identiteitscrisis, is dat ik me nooit zal introduceren als ‘hollandaise’ of ‘from Holland’. Dat mijn ‘néerlandaise’ soms verstaan wordt als ‘irlandaise’ neem ik op de koop toe. Gek genoeg antwoordde een Amerikaan eens op mijn mededeling dat ik ‘from the Netherlands’ was, dat zijn voorvaderen óók uit Ierland kwamen. Ik heb nooit begrepen waar die spraakverwarring vandaan kwam, tenzij hij bedoelde dat hij eigenlijk ook Europeaan was.

Hoe verder weg je bent, hoe groter je oorspronkelijke grondgebied. Van pseudo-brabander tot Hollander, van Nederlander tot Europeaan. Ik hoop dat ik ooit zo’n groen marsmannetje tegenkom en dat hij vraagt waar ik vandaan kom. ‘Van de aardbol,’ antwoord ik dan.