donderdag 26 augustus 2010

De devaluatie van urgentie

Een tijdje terug zat er een verzoek om een devis (een prijsopgave) in mijn mailbox. Het was binnengekomen op een vrijdagmiddag. Door omstandigheden zag ik het pas zaterdagavond. Er stond met dikke zwarte en onderstreepte letters bij dat het URGENT was. Balen, dacht ik, dan is het na het weekend natuurlijk te laat. Toch belde ik maandag even op; het ging om een behoorlijk lange vertaling.

‘Maître P.? Die is er deze week niet,’ zei de secretaresse.
‘Het was urgent,’ antwoordde ik, ‘maar misschien heeft ze vrijdag al iemand gevonden.’ Volgens de secretaresse kon het best een weekje wachten, maar zo niet dan zou ze terugbellen. Je hebt urgent en eigenlijk niet zo heel erg urgent, begreep ik.

Het bleef stil, tot ik een dag of tien later alweer een URGENT! verzoek om een prijsopgave kreeg, van dezelfde mevrouw en voor dezelfde vertaling. Ik gaf mijn woordprijs, maar dat was niet genoeg, ze wilde graag weten hoeveel het precies zou gaan kosten. Ik ging braaf aan het tellen en stuurde daarna mijn prijsopgave snel terug, omdat het nu vast écht urgent was. Nooit meer iets gehoord.